Samenvatting van:

Treating low self-esteem with competitive memory therapy (COMET).

---

Cognitieve therapie biedt de patiënt niet in eerste instantie nieuwe inzichten. Veelal is cognitieve therapie behulpzaam bij het weer activeren van functionele kennis die reeds beschikbaar was in het lange termijn geheugen. Daarom kan worden gesteld dat cognitieve therapie patiënten helpt voelen wat ze al weten. Herhaalde Socratische uitdaging van disfunctionele interpretaties en gedragsexperimenten zijn de belangrijkste strategieen die in cognitieve therapie worden toegepast om juist dit doel te bereiken: patienten laten voelen wat ze al weten.

Lage zelfwaardering is geen op zichzelf staande DSM-classificatie. In verschillende stoornissen is het dikwijls een aspect dat vanzelf verdwijnt wanneer de hoofdstoornis succesvol is behandeld. Soms is lage zelfwaardering een op zichzelf staand probleem. In dat geval wordt het niet uitsluitend als een niet de DSM geclassificeerde ziekelijke toestand beschouwd, lage zelfwaardering geldt tevens als risicofactor voor verschillende emotionele problemen. Zeker in die gevallen zou lage zelfwaardering rechtstreeks moeten worden behandeld.

Er zijn diverse cognitief-gedragstherapeutische technieken voorgesteld om lage zelfwaardering te behandelen. Geen enkele ervan is tot nu toe uitgebreid op zijn effectiviteit onderzocht. Zelf ontwikkelden wij weer een andere cognitief-gedragstherapeutische methode die voortborduurt op het idee dat geheugen activatie moet worden bevorderd. In een stappenplan leren patiënten om eerst autobiografische herinneringen op te halen van gebeurtenissen en eigenschappen die een gevoel van verhoogde zelfwaardering stimuleren. Tijdens de presentatie, worden theorie en praktijk van deze vernieuwende behandelmethode gepresenteerd, evenals de resultaten van diverse gecontroleerde en ongecontroleerde studies in verschillende klinische populaties.