omslag Integratieve Pt

Samenvatting van:

Open-exploratief versus klachtgericht?
Dimensies voor het classificeren van psychotherapieën




Het is armoede dat zoveel verschillende methodes van psychotherapie naast elkaar kunnen voortbestaan en geen rijkdom. Het betekent immers dat psychotherapeuten niet overtuigend genoeg hebben kunnen duidelijk maken welke behandeling bij welke patiënt en door wie gegeven het meeste kans heeft op succes. In zijn algemeenheid gesproken ontlopen methodieken elkaar niet zo heel veel in effectiviteit, terwijl vooralsnog slechts enkele specifieke groepen patiënten zijn onderscheiden voor wie één bepaalde behandeling meestal de beste blijkt te zijn.

Vanuit een integratief standpunt zoekt men tegenwoordig binnen de verschillende methodieken naar ingrediënten die op zichzelf of in combinatie effectief kunnen zijn bij specifieke groepen patiënten. Om zulke ingrediënten en patiënten te kunnen identificeren behoeft men een methodiekoverstijgend begrippenkader.

In dit hoofdstuk is getracht aan deze vraagstelling een nadere invulling te geven, waarbij werd vertrokken vanuit de binnen psychotherapie dikwijls gehanteerde dimensie open-exploratief versus klachtgericht. Nadat was vastgesteld dat deze begrippen niet goed bruikbaar zijn, werden twee andere dimensies voorgesteld. Op de ene dimensie wordt aangegeven wat het aangrijpingspunt is van de behandeling: de klacht of de persoon van de patiënt. Op de ander wordt aangegeven welke werkwijze daarbij wordt gevolgd: open-exploratief, waarbij de patiënt in belangrijke mate bepalend is voor de onderwerpen die worden besproken en voor het tempo en de wijze waarop daarop wordt ingegaan, of programmatisch waarbij de structuur van behandeling, zitting en interventie in belangrijke mate wordt bepaald door de therapeut. Eerst werd nagegaan welke voorkeuren naar voren kwamen uit gecontroleerd onderzoek. Nadat was vastgesteld dat onderzoeksbevindingen vooralsnog geen volledig houvast bieden voor de klinische praktijk, werden gegevens en gezichtspunten gepresenteerd die zijn gebaseerd op theoretische overwegingen en klinische ervaringen.

De algemene conclusie is dat enerzijds, afhankelijk van de problematiek, zowel meer klachtgerichte als meer persoonsgerichte benaderingen zinvol kunnen zijn, terwijl anderzijds in het algemeen meer baat mag worden verwacht van relatief programmatische behandelingen dan van de meer open-exploratieve.

terug